Woordenschat is belangrijk: Kinderen met een grote woordenschat doen het vaak beter op school. Het is vooral belangrijk bij het begrijpend lezen. Met een kleine woordenschat kom je bij het lezen van een tekst te veel woorden tegen die je niet kent, waardoor de tekst onbegrijpelijk is. Het is dus zaak, zeker in wijken waar veel taalarme gezinnen wonen, om voldoende aandacht te bieden aan woordenschat.
Volgens Stichting Lezen (die volop onderzoek naar lezen en leesonderwijs) is het bouwen aan woordenschat binnen een betekenisvolle context zelfs een van de pijlers voor effectief onderwijs in begrijpend lezen (bron: https://www.lezen.nl/publicatie/kwestie-van-lezen-19-effectief-onderwijsin-begrijpend-lezen/).
Zorg voor rijke en betekenisvolle teksten en haal er de woorden uit die nieuw zijn en er toe doen. Het leren van nieuwe woorden is namelijk een vorm van netwerkjes bouwen met verbindingen tussen woorden die je wel kent en het woord dat je nog niet echt kent. Belangrijk is om er nadrukkelijk rekening mee te houden dat woorden dus bijna nooit in één keer geleerd kunnen worden en dat losse woorden, die het kind niet kan koppelen aan bestaande kennis, niet of nauwelijks onthouden kunnen worden (bron: https://wij-leren.nl/woordenschat-les.php). Daarom is het zo belangrijk om woorden in samenhang en binnen een context aan te bieden.
Het leren van nieuwe woorden vindt plaats in 4 fasen:
Voorbewerken
Semantiseren
Consolideren
Controleren
Het voorbewerken en semantiseren vindt plaats tijdens de themalessen. De voorkennis wordt geactiveerd, er wordt een tekst gelezen over het onderwerp of het komt op een andere manier aan bod en het wordt duidelijk wat het woord betekent. Het consolideren doe je daarna door het woord steeds te herhalen. Je hebt vast wel eens gehoord dat kinderen een woord minstens 7x keer moeten horen in verschillende situaties voordat het beklijft.
Op deze pagina vind je allerlei werkvormen en ideeën om de woorden uit het thema nog eens te herhalen in de klas en dus te helpen bij het consolideren. Je kunt de werkvormen klassikaal inzetten, in kleine groepjes, in een circuit of als opdracht op bijvoorbeeld een weektaak. Varieer volop en zorg voor veel herhaling, zodat de kinderen er veel mee in aanraking komen!
Comments